Afkeuring over de gang van zaken rond beleidsplan “Kijk op wegen”
De PvdA heeft in de commissie duidelijk gemaakt dat wij de gang van zaken in dit dossier absoluut afkeuren. Een overgrote raadsmeerderheid heeft in juni jongstleden het voorstel van het college over het beleidsplan “Kijk op wegen” afgestemd. Niet omdat er, zoals de wethouder ons wil laten geloven, nog slechts wat onduidelijkheden waren bij fracties, die met een informatiebijeenkomst wel even weggepoetst zouden worden. Nee, dan was het voorstel wel aangehouden. Het betrof een veel fundamenteler verschil van mening. De PvdA fractie was en is tegenstander van de forse budgetverhogingen die het college voorstelt voor wegenonderhoud. Op andere terreinen draaien we de bezuinigingen van de afgelopen jaren immers ook niet zomaar even terug. Bovendien zijn we van mening, dat het college de onderhoudssituatie van de gemeentelijke wegen te negatief voorstelt. Want welke wegen in onze gemeente hebben een gevaarlijk slecht wegdek? Van een werkelijk onhoudbaar slechte onderhoudssituatie is geen sprake. Noodzakelijke rehabilitaties hebben in de afgelopen jaren wel degelijk plaatsgevonden.
Er wordt ook voorbij gegaan aan denkbare alternatieven, bijvoorbeeld door het wensbeeld voor asfaltwegen naar het zelfde niveau te brengen als voor elementverharding, namelijk niveau C, of het koppelen van onderhoudsniveau aan de verkeersfunctie, zoals ook door de NLOG is geopperd.
Wethouder van Uem riep in de commissie van 4 oktober geërgerd: “Waar was u tijdens de informatiebijeenkomst van 22 september?”. Hij vond het gedrag van de raad maar beschamend. Welnu, de vertegenwoordiger van de PvdA fractie was op 22 september één van de aanwezigen, maar wij vinden dat niet het gedrag van de raad de kwalificatie “beschamend” verdient, maar het gedrag van de verantwoordelijk wethouder van Uem. Tegen hem zeggen wij: “Waar bent U, meneer van Uem?” Op uw aandringen is het beleidsplan nu opnieuw geagendeerd, terwijl de meeste fracties dat niet wenselijk vinden op dit moment, zolang de resultaten van de wegeninspecties nog niet beschikbaar zijn. Zij allen hebben ook hun ongenoegen uitgesproken dat een afgestemd voorstel doodleuk weer voor nieuwe besluitvorming werd opgediend. Niet alleen de oppositiepartijen zijn tegenstander van het agenderen van dit onderwerp vanavond, ook coalitiegenoot CDA gaf tijdens de commissie duidelijk aan het onlogisch te vinden om het beleidsplan nu te agenderen, zolang essentiële informatie ontbreekt: een verkeerde volgorde.
Het college heeft zichzelf en de raad in een onmogelijke positie gebracht, door in de programmabegroting 2017 te anticiperen op de situatie dat de raad het afgestemde voorstel nog wel even ongewijzigd zou slikken. De Koninklijke weg zou zijn geweest dat het college in de begroting nog was uitgegaan van de bestaande jaarlijkse budgetten, en dat pas in 2017 via een eventuele begrotingswijziging het beleidsplan financieel zou worden verwerkt. In plaats daarvan forceert het college een besluit en negeert ze de democratische besluitvorming uit juni jongstleden.
Met de woorden: “Voorzitter, het is wat ons betreft de handelwijze van de wethouder die wij beschamend vinden: een motie van afkeuring waardig…! Maar ja, hoe stuur je een wethouder weg, die er niet is…?” eindigde onze fractie de bijdrage aan deze discussie.